Dag 7-Dar Si Said, lunch bij Porte du Monde, mokken en verhalen bij café Clock

Onze nieuwe kamer is rustiger dan de vorige waardoor de ’s nachts niet meer wakker worden door een vrouw die een kind er luidkeels van langs geeft en we om 6 uur ’s ochtends de oproep tot gebed nog wel horen maar het niet meer klinkt alsof er ’35 koeien in onze kamer staan te loeien'(woorden van echtgenoot, ik ben hier niet aansprakelijk voor). Dus worden we gewekt door lieve kleine vogeltjes. We beginnen weer met een uurtje lezen op het dak van het hotel (nee, daar zijn dit keer geen foto’s van, ik had een blauw hemdje aan, weet u nog?) waarna we besluiten om Dar Si Said te bezoeken. Dit museum is het voormalig woonhuis van de broer van de bewoner van het Bahia Paleis. In Dar Si Said is een collectie te zien aardewerk, juwelen uit het Atlas gebergte en bijzondere tapijten. Zelf vonden we het vooral interessant om de mooie tegelmozaïeken en het woonhuis zelf te bekijken (en Arjo vond het leuk om een musje te photobomben).
De foto erna, van wat eruit ziet als een hele grote tol, is van een kaarsenstandaard, die stond tijdens feesten in het midden van de zaal en de mannen dansten daaromheen. Een verdieping hoger zaten de vrouwen en via de strategisch opgehangen spiegels konden zij de mannen zien maar de mannen hen niet.
Daarna was het tijd voor een lekkere lunch op het dak Café porte du monde waarna ik in een winkeltje vlakbij een veel te dure armband zag. Niet meer aan denken, we ‘moesten’ nog een Starbucks mok kopen. Dat kon in de nieuwe stad in de buurt van het overdekte winkelcentrum.
Toen we de nieuwe stad weer zat waren zetten we koers naar Café Clock in de Kashba, een tip van Lori, de eigenaresse van het Henna Art Café. Dit hippe en gezellige café is te vinden in een oud schoolgebouw en ’s avonds zijn er vaak culturele activiteiten, we moesten er volgens haar zéker op maandag naar toe want dan was het storytellernight.
In vroeger tijden was het zo dat op het plein Djeema el Fna ’s avonds vele verhalenvertellers aan het werk te zien waren. Hikayat (vertellen) was een gewaardeerd onderdeel van de Marokkaanse cultuur. Maar omdat voorstellingen op het plein meer een meer op toeristen zijn gericht verdwenen de vertellers (die in één van de Marokkaanse talen hun verhalen vertelden). Café Clock heeft één van deze mannen van het plein gehaald en hij heeft jonge mensen, die goed Engels spreken, opgeleid.
Tijdens de avond werden er eerst twee verhalen in het Engels verteld, daarna vertelde Haj Ahmed een verhaal in het Arabisch.
Dit alleen was al een reden om er naartoe te gaan maar het eten was ook nog eens heerlijk en het personeel heel vriendelijk, enthousiast en geïnteresseerd. Toen we hoorden dat één van de verhalenvertellers op woensdag een jamsessie zou hebben met zijn band zeiden we dat we, ishallah terug zouden komen.
IMG_2978

Dag 6-Maison Photograpique, Henna Art Café en Pepe Nero

We begonnen de dag weer rustig, met lezen op het dakterras van het hotel
IMG_2917 (hebben jullie me al gevonden?), wat tot een uurtje of 11 lekker was, daarna werd het te warm om in de zon te zitten en besloten we ‘iets’ te gaan doen.
Dat iets werd het fotografiemuseum en onderweg daarnaartoe hebben we nog een pot black soap (een vloeibare zeep die je huid goed reinigt) en wat aardewerken schaaltjes gekocht. Als we tapas eten dan gebruiken we altijd schaaltjes die we gekocht hebben tijdens vakanties. Zo hebben we een bakje van Lesbos en uit Barcelona (en in Zweden kocht ik een schaaltje waarin ik altijd mijn chocola bewaar, maar dat heeft niets met tapas maar alles met een eerste levensbehoefte te maken) en nu dus ook uit Marrakesh.
Het Maison Photographique was geen uitgebreid museum, maar het gebouw was mooi (met heerlijk dakterras was we gewoon nog even verder gingen met lezen) en de collectie bevatte veel historische portretfoto’s van leden van de diverse stammen die Marokko rijk is. Van mijn favoriete foto was geen ansichtkaart te verkrijgen dus heeft Arjo even een foto van een foto gemaakt.
Sowieso zou men wel wat hulp kunnen gebruiken op het gebied van ‘hoe laat ik toeristen helemaal leeglopen in mijn museumwinkeltje’ Het enige dat je meestal kopen kunt zijn wat vergeelde ansichtkaarten en veel musea hebben niet eens een winkeltje. Mijn tip: brillendoekjes met de tegelpatroontjes erop, loopt geheid als een malle. En voor het Maison Photographique? Wat dachten jullie van een kalender?
IMG_2928

Nadat we onze fles water hadden leeggedronken op het dakterras (met de beroemde moskee op de achtergrond) gingen we voor de derde keer deze vakantie naar het Henna Art Café, dit keer niet alleen om iets te eten (hoewel ik de auberginekaviaar natuurlijk niet oversloeg) maar ook om mijn henna-tatoeage te laten zetten.
Zo rond de eeuwwisseling waren de henna-tatoeages in Nederland heel populair en heb ik enige vaardigheid gekregen in het zetten, met behulp van een saté prikker (nee, niet om mee in je huid te prikken maar om als ‘pen’ te gebruiken en mee te tekenen) maar bij lange na niet het niveau bereikt van de twee kunstenaars die in het Henna Art Café werken. Op internet had ik een voorbeeld gevonden van wat ik ongeveer wilde: een vogel (natuurlijk).
Fouzia gaf er haar eigen draai aan waardoor het echt háár ontwerp werd. Daarna even laten drogen achter de ventilator en insmeren met een mengsel van suiker en citroensap. Zo moest het 6 tot 8 uur drogen, dus vlak voor het slapengaan mocht ik de pasta eraf krabbelen. Sowieso wel zo slim want als je met de henna er nog op zou gaan slapen dan kán het wel eens zo zijn dat de eigenaren van je riad of hotel je de rekening van de lakens presenteren.
Mocht je Marrakesh willen bezoeken en ook een henna-tatoeage wil nemen: het henna art café is daarvoor de juiste plek. Niet alleen omdat de medewerkers heel getalenteerd zijn maar ook omdat ze met 100% natuurlijke henna werken in tegenstelling tot de vrouwen op het plein die vaak gebruik maken van ‘black henna’ die aangelengd is met inkt (in het gunstigste geval) of andere rommel. Als je van enge ziektes houdt dan moet je black henna maar eens Googelen.
’s avonds zijn we nog een keer bij Pepe Nero gaan eten, we hadden nog niet alles op de kaart gehad.

Morgen gaan we weer naar de nieuwe stad en volgen we voor de avond de raad op van Lori, de eigenaresse van het Henna Art Café

Dag 5-winkelen, tombes Saadiens en lunch bij Café Kashba

En op de vijfde dag was het zover: de Crohnie kreeg last van ‘reizigersziekte'(wat gewoon wil zeggen ‘diarree op vakantie). Ik had toch echt alles goed gedaan: water alleen uit flessen, ijsklontjes mijden als de ziekte, een lintje om de kraan (Arjo: ‘wat is stomme lintje, kan dat weg?’) zodat ik ook tijdens het tandenpoetsen niet tot de verleiding zou komen om mijn borstel onder de kraan te steken (met een Bobble kun je heel goed een paar druppeltjes doseren voor over de borstelhaartjes) en handen schoongemaakt met desinfecterende gel. Al snel bedacht ik me twee mogelijke oorzaken: óf het eten op het plein was toch niet zo’n goed idee (één van de anderen kreeg ook buikklachten maar had wel iets heel anders gegeten) óf ik heb tijdens het badderen in de hamam water binnen gekregen toen ik wat modder tussen mijn tanden weg wilde halen.
Dus vandaag maar even noodgedwongen een dagje rustig aan. ‘Wat wil je doen?’ vroeg de echtgenoot. Nou, als ik het toch zeggen mag… Dus gingen we weer terug naar het Centre Artisan en heb ik die tas gekocht die ik de eerste dag zag (een leren met handje van Fatima erop) en een paar leren pantoffels. Ik kreeg er van de leerbewerker als cadeau een leren bladwijzer bij. Toen ik daarop heel enthousiast in mijn beste Frans zei dat ik daar heel blij mee was omdat ik graag lees kreeg ik er nóg één.
Bij een ander winkeltje kocht Arjo een leren tas (die naar kamelenpoep stinkt, nu nog steeds) en weer verderop zijn we ‘los’ gegaan bij een houtbewerker die prachtige kistjes maakte waar verschillende delen van een boom in patronen zijn ingelegd.
Met onze buit gingen we even terug naar het hotel en toen dapper door naar de Tombes Saadiens. In dit mausoleum uit de 16e eeuw liggen 4.476 leden van 60 generaties van de Saadi familie begraven. Toen er een andere familie aan de macht kwam is dit complex afgesloten en verborgen. In 1917 zijn ze vanuit de lucht herontdekt en hersteld.
IMG_2889
Veel vrouwelijke bezoekers waren nog het meest verrukt van de moederpoes die haar twee jonkies te drinken gaf, dus daar hebben we ook maar een foto van gemaakt.
In de buurt van de tombes is overigens een prachtig, splinternieuw en brandschoon openbaar toilet te vinden (waar ze ook desinfecterende handengel verkopen).
Voor een (late) lunch strijken we neer op het dakterras van het Kasbah cafe waar je een mooi uitzicht hebt over de Kasbah (het deel van de stad waar de sociale bovenlaag woonde). We hebben talloze pogingen gedaan om het allermooiste ‘saampje’ te maken, aan jullie de keuze welke het beste gelukt is.
Weer terug in het riad liet de eigenaar ons een grotere kamer zien (wij sliepen in de kleinste die ze hebben). Ja, erg mooi. Of we die wilden hebben, hij stond de rest van ons verblijf anders toch leeg… Nou dat wilden we wel (ik heb toen in mijn beste Frans uitgelegd dat het onze lune de miel was, dat begrijp hij gelijk en wenste ons veel geluk).
Na de verhuizing van de ene kamer naar de andere was ik moe en wilde ik alleen wat yoghurt en fruit eten en mijn buik verder met rust laten. Dus dat is Arjo gaan halen en een soort ‘kapsalon’ voor zichzelf, wat we op het bankje van ons nieuwe binnen-buiten-balkonnetje hebben opgegeten.
IMG_2814
Hij had ook nog Marokkaanse koekjes meegenomen waar ik er ééntje van nam, de rest hebben we de volgende ochtend bij de thee gegeten.

Dag 4-Joodse wijk, Bahia paleis, hamam en vrijmibo

Arjo had besloten dat we deze dag gingen lanterfanten. Zolang ik een boek, een kop thee en een bedje in de zon heb vind ik dat prima, dus dat deden we. Een uutje. Of twee. Toen besloten we toch maar weer de stad in te wandelen. We passeerden een paleis, maar, zo zei een oudere mijnheer in een djellaba, daar was niets te doen, in de Joodse wijk moesten we zijn, daar was het nu feest. We moesten hem maar volgen. Nu hadden we de avond ervoor meegemaakt dat we op weg waren naar een restaurant en er een kind met ons mee liep (hoewel we precies wisten hoe we moesten lopen) en voor de zin ‘het is aan het einde van de straat’ (wat we ook konden zien vanwege a, de wegwijzer en b, het licht) geld wilde hebben en beledigd was toen Arjo hem een muntje van een dirham gaf. Maar in deze mijnheer hadden we meer vertrouwen.
De Joodse wijk konden we herkennen aan de houten balkonnetjes, zei hij, in de rest van de stad waren die van steen. En in Marrakesh leven alle geloven vreedzaam samen wist hij ook te vertellen. Hij leverde ons af bij een epicerie (vast van een neefje) tegenover het huis van de rabbi. We kregen uitgebreide uitleg over wat alles was en toen Arjo naar geurige balletjes wees en vroeg wat dat waren zei de verkoper ‘mottenballen’ (in het Nederlands inderdaad). Geen kwaaltje of hij had er een berber-medicijn tegen (Arjo: ‘so, berber means ‘better”) en hij had ook parfumblokjes in alle geuren dus daar hebben we er ook een aantal van meegenomen. Ik kreeg een steen met inkervingen, bedoeld om eelt mee van je voeten te halen, cadeau en Arjo een zakje met speciale thee voor mannen (‘When you come back you’ll have 5 children’). Bij het inpakken van onze koffer een paar dagen later vroeg Arjo ‘wat zullen we doen met die thee?’
‘Hoezo?’
‘Ik wil helemaal geen vijf kinderen!’
Voor wie dat wel wil: wij hebben thee voor je. Special price, no problem.
IMG_2842
Daarna hebben we de synagoge Slat Lazama bezocht waar een fototentoonstelling van de geschiedenis van de Joden in Marrakesh te zien was. Aansluitend gingen we naar het Bahia paleis want dat was om de hoek. Voordat we naar binnen gingen hebben we nog even mandarijntjes (die van de dag ervoor inderdaad) zitten eten in de tuin want we begonnen wel een beetje trek te krijgen.
Het Bahia paleis is een paradijs voor iedereen die van mooie tegeltableau’s, kleuren en Oosterse vormen houdt (en wie houdt daar nou niet van?).
IMG_2860
Toen was het tijd voor een lunch bij het Henna Art Café waar we weer heerlijk hebben gegeten en ik met de eigenaresse heb besproken of ik over twee dagen een vogel op mijn hand kon laten zetten. We hebben even zitten Googelen en mooie voorbeelden gezien, dus dat was absoluut mogelijk. Toen snel terug naar het riad want we hadden een boeking in de hamam twee straten verderop.
Toen we blinkend schoon, glimmend van de olie en soepel gekneed weer terug waren heb ik snel mijn haar even gewassen en me omgekleed en toen was het tijd om te eten aan het plein Djemaa el Fna want daar hadden we afgesproken met een collega van Arjo en diens reisgenote.
Volgens menig reisgidsje móet je dit doen, maar als je het mij vraagt kun je dit overslaan. Als je geen vlees eet heb je weinig opties dus ik had (weer) gefrituurde vis, die best aardig was, maar je zit regelmatig in de walm van de grill en dat vind ik niet echt heel sfeervol. Het was wél heel leuk om hun ervaringen te horen, zij hadden al een aantal steden in Marokko aangedaan en die middag maison Photographie bezocht wat ook een aanrader was (stond al op ons lijstje, maar dit was een goede ‘reminder’)
Na het eten gingen we nog even iets drinken bij het toeristische restaurant waar wij de eerste avond hadden gegeten. Daar hadden ze lekkere thee (voor mij) en cocktails (voor Arjo en de jongelui ;)). Alleen jammer dat aan het tafeltje naast ons twee Duitse toeristes een recordpoging sigaretten wegpaffen deden. Dus ik had mijn rookwalmen wel weer gehad voor de rest van de vakantie.

Meer over ons hamam-avontuur lees je binnenkort.
Hier alvast een ander stukje voor wie meer wil lezen

Dag 3-Door de Atlas, Argan Olie en eten bij Pepe Nero

Zoals afgesproken met onze taxichauffeur Mo gingen we op donderdag 6 oktober naar de ‘Atlas Mountains’. Onderweg reden we langs de grote resorts aan de rand van de stad en zagen we ook de héle grote Carrefour (Franse supermarkt) waar we op de terugweg even gestopt zijn want in de stad is geen deugdelijke chocoladereep te krijgen en dat heb ik toch wel nodig naast mijn thermosfles heet water (die ik elke middag in het riad krijg) en mijn meegebrachte zakjes kruidenthee.
We reden door kleine bergdorpjes en langs groepjes herkauwende kamelen. Bij één groepje stopten we want Arjo wilde er wel even op eentje zitten. Ik wilde er vooral heel graag één aaien. Ik kan vertellen, het is zachter dan een schapenvachtje. Het is nog het beste te omschrijven als heel warm schuim.
We vervolgden onze weg, onder het genot van een cd met heel veel Céline Dion en wat raï-muziek, en stopten bij een vrouwencooperatie die arganolie maakten. We mochten kijken bij het malen van de argannoten, daarna mochten we plaatsnemen in een soort Berbertent waar we olie mochten proeven en de huidolie (verkrijgbaar in verschillende geuren) proberen. De olie is rijk aan vitamine E en uit ervaring weet ik dat ie heel goed werkt tegen littekens en volgens onze gids was het ook nog eens verstevigend voor de huid dus we lieten ons gewillig naar de winkel tronen. ‘There is the argan oil with the gardenia, withe the jasmine, with the fleur d’orange and with the musk. Musk is for the men.’ Dat laatste herhaalde ze nog een paar keer dus dat hebben we in de dagen erna ook nog een paar keer tegen elkaar gezegd. We moeten natuurlijk niet hebben dat Arjo zich ineens in gaat smeren met jasmijngeur, de gevolgen zouden niet te overzien zijn. Arjo kon trouwens in het Atlasgebergte gewoon met zijn creditcard betalen, dat vond ik wel een foto waard (zie galerij).
IMG_2830
Vervolgens zijn we gestopt bij een berbermarkt die één keer per week plaatsvindt en er van een afstandje uitziet als een paar geparkeerde auto’s. Onze taxichauffeur onderhandelde namens mij daar even over een zak mandarijntjes: 7 dirham (6 cent). Hij moest lachen om mijn blije gezicht toen ik met mijn mandarijntjes weer richting taxi ging. Tja, chocola, thee en vers fruit zijn nu eenmaal héél belangrijk voor mij.
Hierna werden we afgeleverd bij een restaurant met terras aan een rivier (je kon ook een tafeltje ín de rivier kiezen) waar we konden kiezen uit drie soorten tajine. Nou…doe die maar dan.
Daarna gingen we weer terug naar de stad met een tussenstop bij de winkel van de man van de zus van de vrouw van de taxichauffeur, of daar een roer van (als ik het goed onthouden heb), daar konden we even plassen, naar tapijten kijken en een kettinkje met handje van Fatima aanschaffen.
’s Avonds zijn we gaan eten bij Pepe Nero. Niet alleen het eten was erg goed door de aankleding hadden we het idee dat we in het paleis aan het dineren waren.

Morgen een lantefanterdagje waar niet veel van terecht kwam